Printers toevoegen of verwijderen in Active Directory

click fraud protection

U kunt een printer toevoegen aan Microsoft Active Directory Domain Services om deze voor iedereen beschikbaar te maken, of deze verwijderen als u niet wilt dat deze beschikbaar is. Gebruik gewoon deze stappen.

In deze zelfstudie wordt ervan uitgegaan dat de printer al wordt gedeeld vanaf een computer of afdrukserver.

  1. Houd vanaf een willekeurige Windows-computer de Windows-toets terwijl u op "R” om het Windows Uitvoeren-dialoogvenster te openen.
  2. Doe een van de volgende dingen:
    • Typ "printmanagement.msc", druk vervolgens op "Binnenkomen“. Afdrukbeheer zou moeten verschijnen.
    • Typ "mmc", ga dan naar "Bestand” > “Modules toevoegen of verwijderen", toevoegen "Afdrukbeheer", selecteer vervolgens "Oke“.
  3. Uitbreiden "Afdrukservers“.
  4. Als u zich niet op de computer bevindt waarop de printer wordt gedeeld of als er geen opties zijn, klikt u met de rechtermuisknop op "Afdrukservers", Kiezen "Servers toevoegen/verwijderen…", voeg vervolgens het IP-adres of de computernaam toe van de computer waarop de printer wordt gedeeld.
  5. Uitbreiden "printers“.
  6. Klik met de rechtermuisknop op de printer die u wilt toevoegen aan of verwijderen uit Active Directory en selecteer vervolgens "Eigendommen“.
  7. Selecteer de "Delentabblad.
  8. Controleer de "Lijst in de directory” aanvinken als u de printer aan AD wilt toevoegen. Schakel het vinkje uit om het uit AD te verwijderen.

FAQ

Hoe zie ik de lijst met printers die zijn toegevoegd vanaf een clientcomputer?

Met deze stappen zou u nu printers moeten kunnen zoeken en bekijken die naar Active Directory zijn gepubliceerd.

Windows 7

Controlepaneel” > “Hardware en geluid” > “Apparaten en printers” > “Een printer toevoegen” > “Een netwerk-, draadloze of Bluetooth-printer toevoegen” > “De printer die ik wilde, staat niet in de lijst” > “Zoek een printer in de directory, op basis van locatie of functie” > “Volgende

Windows 10 & 8

Selecteer "Begin" en typ "Geavanceerde printerconfiguratie“. Selecteer de "Geavanceerde printerconfiguratie" optie. (Mogelijk moet u eerst "Instellingen" selecteren)