De nieuwste update voor Google's berichtenservice Hangouts (v.32) op Android verwijdert de functie voor het delen van locaties uit de app.
Google bracht Hangouts al in 2013 uit en de service werd al snel een favoriet onder Android-gebruikers. De app bevatte sms-integratie, wat een van de populairste functies was, omdat gebruikers al hun berichten in één app konden hebben. Helaas was de service, ondanks zijn populariteit, dat wel buitenspel gezet ten gunste van Allo en was opgesplitst in twee producten voor G Suite-gebruikers: Ontmoeten en chatten. Grappig genoeg kwam Allo in 2018 ook vroegtijdig te overlijden en dat was ook zo vervangen door Android-berichten. Ondanks dat Google het op de plank had gelegd, genoot Hangouts nog steeds de gunst van veel gebruikers totdat uit rapporten bleek dat de dienst eindelijk zou bestaan 2020 gesloten. Hoewel Google deze beweringen destijds ontkende, blijkt uit een recent rapport van ArsTechnica beweert dat Google het delen van locaties uit Hangouts heeft verwijderd, wat ons doet geloven dat de dienst toch binnenkort kan worden stopgezet.
Volgens het rapport bevat Hangouts voor Android versie 32 niet meer de locatieknop en kunnen gebruikers hun locatie niet langer met elkaar delen. Het is niet precies duidelijk waarom het bedrijf zo’n essentiële functie heeft weggelaten, maar Hangouts-gebruikers zullen dat wel doen zijn nu afhankelijk van het realtime delen van locaties via Google Maps als ze hun locatie willen delen anderen. Het is vermeldenswaard dat we eerder dit jaar hebben vernomen dat Google werkt aan een berichten-app voor G Suite-gebruikers dat Gmail, Hangouts Meet/Chat en Drive combineert. Hoewel de toekomst van Hangouts op dit moment onzeker is, geeft het gebrek aan ondersteuning en het verwijderen van essentiële functies duidelijk aan dat Google het wil beëindigen. Vanwege het feit dat Hangouts zo diep geïntegreerd is in het ecosysteem en een gebruikersbestand heeft dat al 15 jaar teruggaat, lijkt het beëindigen van de dienst echter een ingewikkeld proces voor Google.
Via: ArsTechnica